Het verhaal van
Lambert Erné
Beste bezoeker,
Mijn naam is Lambert Erné. Mijn leven stond in het teken van orgels. Als kind leerde ik al op het orgel spelen. Als jongeman werd ik in 1942 organist in deze kerk. Dat bleef ik tot het einde van mijn leven. De belangrijkste functie van orgelspelen is de begeleiding van gemeentezang. Door te zingen looft, aanbidt, dient en dankt de gemeente God.
Naast het musiceren (Bach!) verdiepte ik mij in orgelbouw en werd ik kerkelijk adviseur bij orgelrestauraties. Ik was jarenlang voorzitter van de Nederlandse Organistenvereniging (NOV) en bij de NCRV in dienst als concertorganist en klankregisseur.
Deze kerk heeft een bijzondere geschiedenis als het om orgels gaat. Ruim vier eeuwen, van circa 1479 tot het eind van de 19e eeuw was hier het orgel van meester Peter Gerritsz. te horen. In 1888 is een orgel geïnstalleerd van de firma Witte. Tijdens de restauratie van de kerk in 1948 is dit gevaarte verplaatst naar het koor van de kerk en later afgevoerd. Ik was daar niet rouwig om. De klank van dat romantisch klinkende orgel was niet geschikt voor de protestantse orgelliteratuur. Bovendien kon je door de omvang van het orgel de westkant van de kerk niet meer zien.
Om geld voor een nieuw orgel in te zamelen werd een speciaal fonds opgericht. Op mijn initiatief is contact gezocht met orgelbouwer Marcussen & Zoon uit Aabenraa in Denemarken. Deze firma combineert moderne technieken met de orgelbouw uit de Renaissance en de Barok. In 1957 is het door Marcussen gebouwde orgel in gebruik genomen. Ik heb nog vele jaren met veel plezier op dit prachtige instrument gespeeld. Het orgel heeft een geweldige klank en laat door zijn bescheiden omvang ruimte om het fraaie, ronde Romaanse venster te blijven zien. De orgelcommissie was razend enthousiast over het nieuwe orgel: “Wij zijn niet in staat weer te geven wat dit waarlijk koninklijke instrument t.z.t. met muziek zal kunnen zeggen”. Bij het vierjarig jubileum heb ik een gedichtje geschreven:
“Hier staat nu ’t orgel van de Deen
Zo scherp als dit vindt ge er geen.
Al gaat het u door merg en been,
voor ons toch blijft het nummer een!
Het nieuwe orgel is een knap staaltje werk. Een fraaie eikenhouten orgelkast, pijpen van rood koper, verguld houtsnijwerk en de “Spaanse Trompet”, een register dat horizontaal de kerk insteekt. Op dit orgel zit niets te weinig en niets te veel. Een echt hoogtepunt in de kunst van het orgel maken als je het mij vraagt! Niet verwonderlijk dat er langspeelplaten zijn gemaakt met muziek die op dit orgel is gespeeld. Ook internationaal bekende organisten hebben de mooiste klanken uit het orgel getoverd, zoals Marie-Claire Alain op 10 juli 1963.
Ik was niet bang om mijn mening te geven. Met kerkbesturen, commissies en andere organisten had ik het regelmatig aan de stok. Die waren mij vaak veel te behoudend en bemoeiden zich met alles wat los en vast zat. Niet gehinderd door enige kennis van orgelzaken natuurlijk. Naast een nieuw orgel had de kerk ook nieuw meubilair nodig. Mede op mijn initiatief is het orgelfonds daarom doorgegaan als meubilairfonds.
Ik hield veel van dit kerkgebouw en wist daar ook veel van. Hoewel ik niets moest hebben van dikdoenerij vind ik het toch wel leuk dat er in de kerk een plaquette met mijn naam is te vinden, gemaakt door Paulus Reinhard (1929). Maar daar moet je wel even goed naar zoeken.