Het verhaal van
Henric Veren Byen soen
Geachte bezoeker,
Graag stel ik mij aan u voor. Mijn naam is Henric Veren Byen soen, maar u mag mij gerust Henric noemen. Tussen 1377 en 1403 was ik pastoor van deze fraaie Nicolaikerk. De kerk is vernoemd naar Sint-Nicolaas. U heeft vast wel van hem gehoord. Hij was bisschop van Myra en een grote kindervriend.
Het Sint-Nicolaasfeest is altijd heel belangrijk geweest in deze kerk. Ik heb aan de viering van dat feest een bescheiden bijdrage mogen leveren. In 1397 heb ik laten opschrijven dat de kerkmeesters aan drie arme mensen op de verjaardag (naamdag) van Sint-Nicolaas schoenen moesten uitdelen. Het getal drie speelt in de verhalen over het leven van de Sint een belangrijke rol. Hij heeft ooit drie arme meisjes geholpen en drie jongens gered. Je moet die verhalen nog maar eens nalezen.
De drie paar schoenen konden de kerkmeesters betalen uit de opbrengst van de verkoop van mijn huis. Dat stond tegenover de kerk. Een deel van het geld mocht worden gebruikt voor het verbouwen van de kerk. Ook moest het lezen van een mis op maandag en vrijdag van dat geld betaald worden. Dat werd gedaan voor het behoud van mijn ziel en die van mijn lieve ouders.
Na een tijdje werden de schoenen alleen nog aan kinderen gegeven. Ook deed men er wat geld in zoals bij de kinderen van de arme weduwe van Jan Willemsz. Het jaarlijkse uitdelen van schoenen is nog eeuwen na mijn overlijden doorgegaan. Misschien heeft het een handje geholpen dat de kerkmeesters een boete zouden krijgen als ze dat niet meer zouden doen.
Ten slotte wil ik jullie een spannend verhaal vertellen over het paard van de Nicolaaskerk (dat is een ander paard dan dat van Sint-Nicolaas!) Sommige mensen die bij deze kerk hoorden woonden buiten de stad, tot wel helemaal in Houten of De Bilt. Met het paard van de kerk konden wij als pastoors deze mensen snel een bezoek brengen als zij ziek waren of doodgingen. Dan konden wij hen de laatste sacramenten toedienen. Dat was voor veel gelovigen aan het einde van hun leven heel belangrijk. Vóór de tijd dat ik pastoor werd in deze kerk is het paard helaas door boeven gestolen, zodat de gelovigen het een tijdje zonder onze bijstand moesten stellen.